leidenlawblog

Hoe ver reikt screening?

Hoe ver reikt screening?

Screenen is niet meer weg te denken uit onze samenleving, maar is lang niet altijd weldoordacht. Wat zijn de gevolgen? En hoe voorkomen we dat dit preventie-instrument verkeerd uitpakt?

Screening is inmiddels een vast onderdeel bij het aangaan van zakelijke betrekkingen. Jaarlijks worden miljoenen burgers doorgelicht voor bijvoorbeeld een nieuwe baan, vrijwilligersfunctie, vergunning of aanbesteding. Screening wordt ingezet om risico’s te voorkomen, maar roept ook vragen op: hoe werkt het precies, hoe worden gescreend en beoordeeld, en wat zijn de gevolgen?

Tijdens de boeklancering van het Handboek Screenen op 14 april 2025 gingen experts uit wetenschap en praktijk hierover met elkaar in gesprek in Den Haag. Drie centrale thema’s kwamen daarbij naar voren: versnippering, hoge verwachtingen, en onduidelijke effecten. De rode draad? De gevolgen van screening zijn te ingrijpend om screeningspraktijken ondoordacht te laten groeien.

Wat is screening?

Screening is een manier om risico’s te beheersen, door (persoons)gegevens van mensen vooraf te controleren, bijvoorbeeld door middel van een antecedentenonderzoek, Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) of financiële check. Het doel: inschatten of iemand een risico vormt in een bepaalde functie of rol.

Dat klinkt logisch, zeker in sectoren waar veiligheid belangrijk is. Maar screening gebeurt ook op plekken waar je het minder verwacht: door financieel dienstverleners, woningcorporaties en vrijwilligersorganisaties. En het gebeurt op veel verschillende manieren, met uiteenlopende standaarden en bronnen. Dat maakt het moeilijk grip te krijgen op hoe screening werkt, en óf het wel werkt.

Een versnipperd screeningslandschap

Het Handboek toont een gefragmenteerd screeningslandschap: wie er screent, hoe, waarom en op basis waarvan, verschilt per sector en context. Screening wordt vaak ad hoc ingevoerd, meestal als reactie op incidenten, zonder grondige afweging of samenhangende visie. Dit leidt tot willekeur: waarom in sommige gevallen wel, en in andere niet?

Een sprekend voorbeeld komt uit het openbaar bestuur. Zo geldt er sinds kort een verplichte VOG voor wethouders, maar niet voor ministers. Ook de manier waarop wordt gescreend verschilt: waar de AIVD bij bewindspersonen slechts informeert, zal een afgewezen VOG een wethoudersbenoeming blokkeren. Zulke inconsistenties roepen vragen op over rechtsgelijkheid en over wie bepaalt wat integriteit inhoudt – en vereisen een bredere discussie.

Hoge verwachtingen, hoge eisen

Het groeiende gebruik van screening hangt samen met onze risicomijdende samenleving. Digitalisering maakt steeds diepgaandere (en zelfs continue) screening mogelijk. Op basis van persoonsgegevens wordt ingeschat hoe groot het risico is dat iemand schade veroorzaakt in een bepaalde functie of relatie. Maar screening is slechts een preventief hulpmiddel: het geeft geen enkele garantie dat wie zich tot nu toe voorbeeldig gedroeg, morgen niet de fout in gaat.

Toch worden er vaak erg hoge verwachtingen aan gekoppeld. Bij incidenten wordt snel teruggegrepen op het screeningsproces: had dit niet voorkomen kunnen worden? Dit kan leiden tot een overmatig vertrouwen in screening. Zowel false negatives als false positives blijven onvermijdelijk. Door een systeemfout en gebrekkige informatievoorziening worden risico’s soms niet opgemerkt, maar ook worden mensen soms ten onrechte afgewezen.

Ook bedrijven en instellingen voelen druk. Zo hebben banken een enorme verantwoordelijkheid gekregen in het tegengaan van witwassen en terrorismefinanciering. Zij moeten cliënten doorlichten en transacties monitoren, onder dreiging van hoge boetes. Deze druk is groot, maar roept ook ethische vragen op: hoe voorkom je dat goedwillende burgers onterecht in de knel komen? Een nieuwe aanpak wint aan terrein: veel waar het moet, maar ook minder waar het kan.

De (on)gewenste effecten

De groei van screening ontstaat zonder dat altijd duidelijk is wat het daadwerkelijk oplevert. Hoe effectief is het? En wat zijn de ongewenste neveneffecten?

Werkgevers passen screening steeds vaker toe om risico’s te vermijden. Maar dat kan ook leiden tot schijnveiligheid, waarbij verantwoordelijkheid wordt afgeschoven op screeningsinstanties. Ook kunnen mensen zichzelf gaan uitsluiten, uit vrees om niet door de screening te komen. Dit kan zelfs legitieme sollicitaties of ondernemersactiviteiten, die helpen om te re-integreren, ontmoedigen.

Voor mensen die verdacht worden van bijvoorbeeld fraude is de impact van screening bijzonder groot: geblokkeerde bankrekeningen, weigeringen bij hypotheek- of verzekeringsaanvragen, of uitsluiting van bepaalde beroepen. Ook als ze nog niet veroordeeld zijn, of zelfs zijn vrijgesproken. Soms worden zelfs gezinsleden getroffen. Sociale stigmatisering (‘waar rook is, is vuur’) kan iemands leven blijvend beïnvloeden. De straf lijkt dan al begonnen voordat een rechter uitspraak heeft gedaan, of gaat na afloop van de straf nog jaren door.

Naar een doordacht screeningsbeleid

Ook vanuit de reclassering wordt deze zorg gedeeld. Reclassenten ervaren spanning rondom de VOG: een afwijzing kan hun re-integratie ernstig belemmeren. Begeleiders moeten zoeken naar functies waarvoor geen screening geldt: een ingewikkelde opgave. Het ministerie van Justitie en Veiligheid erkent deze dilemma’s.

De balans tussen het geven van een tweede kans en het bewaken van maatschappelijke veiligheid is delicaat. Een praktische suggestie die tijdens de boeklancering werd gedaan: bied bij een VOG-afwijzing ook perspectief: benoem wat iemand nog wél kan doen.

In het Handboek Screenen beargumenteren experts daarnaast om structureel inzicht te vergaren in de werking en effecten van screening, én te zorgen voor samenhang en zorgvuldigheid. Het boek sluit af met zeven handreikingen voor screenen in de toekomst, waaronder een afwegingskader, samenwerking en checks and balances. Alleen zo kan voorkomen worden dat een preventief instrument, gericht op het maatschappelijke belang, ontaardt in onnodige maatschappelijke kosten, als gevolg van willekeur en uitsluiting. Zulke gevolgen zijn immers te ingrijpend om screening ondoordacht te laten groeien.

Het Handboek Screenen: Organisatie en Vormen van Screenen in Nederland verscheen in de Handboeken Veiligheidsreeks van Wolters Kluwer.

0 Comments

Add a comment