De stille kracht van kleine zaken
In de politiek en media wordt vaak gesteld dat belangenorganisaties steeds vaker strategisch procederen. Maar klopt dat wel? Aan de hand van een nieuwe database wordt dit fenomeen onderzocht.
Belangenorganisaties weten de laatste jaren vaak het nieuws te halen met rechtszaken over politiek en maatschappelijk gevoelige onderwerpen, zoals de Urgenda-klimaatzaak of de asielnoodopvangzaak. Dit zijn voorbeelden van ‘strategisch’ procederen: het inzetten van rechtszaken als middel om maatschappelijke of politieke verandering te bereiken. Enerzijds klinkt vanuit de politiek de kritiek dat de rechter te veel op de stoel van de wetgever gaat zitten, anderzijds richt de media haar aandacht vooral op politiek gevoelige (civiele) zaken. Zo ontstaat het beeld dat belangenorganisaties steeds vaker naar de rechter stappen om politieke en maatschappelijke verandering af te dwingen.
Klopt dat beeld wel? Om die vraag te beantwoorden, bundelden onderzoekers hun juridische en sociaalwetenschappelijke expertise en bouwden een database met 910 rechtszaken die zijn gestart door belangenorganisaties. Voor elke zaak zijn onder meer het rechtsgebied (civiel of bestuursrecht), de vorderingen, uitkomst, het beleidsterrein en de betrokken organisatie vastgelegd. De werkelijkheid achter de krantenkoppen blijkt daarmee complexer en genuanceerder te zijn dan de publieke perceptie suggereert.
Wat buiten beeld blijft
In de media en de politiek gaat het voornamlijk over enkele ‘high profile’ zaken. Urgenda en Milieudefensie/Shell zijn hier voorbeelden van. Dit kan de indruk wekken dat strategisch procederen vooral uit dit soort ‘grote’ dossiers bestaat, zoals klimaat. Toch blijkt uit de eerste analyse van de dataset dat de meeste procedures niét afkomstig zijn van deze bekende landelijke organisaties – Urgenda heeft zelfs maar één zaak op haar naam staan. Het overgrote deel van de zaken wordt aangespannen door kleinere partijen, vaak lokale verenigingen en stichtingen die (met name in het bestuursrecht) opkomen voor concrete besluiten – denk aan de bescherming van een lokaal natuurgebied, bezwaar tegen uitbreidingsplannen van veehouderijen of plaatsing van windmolens in eigen regio. Binnen de resultaten dook de bekende organisatie Greenpeace slechts enkele keren op, terwijl de relatief onbekende Stichting Het Groene Hart Brabant maar liefst 22 keer in beroep ging bij de bestuursrechter. Deze zaken halen zelden de landelijke kranten, maar kunnen voor de direct betrokken inwoners minstens zo ingrijpend zijn. Ze bepalen immers waar nieuwe woningen komen, hoe het landschap eruitziet en hoe gezond de leefomgeving blijft. Lokale media, zoals Omroep Brabant of Omrop Fryslân, doen hier meestal wel verslag van.
Daarnaast kan het lijken alsof vooral klimaatzaken de rechtbanken overspoelen – waartoe VN-speciaal adviseur Jeffrey Sachs in 2017 opriep. Hoewel milieukwesties inderdaad een belangrijke categorie vormen, laat de data zien dat strategisch procederen zich over veel bredere terreinen uitstrekt. Binnen het bestuursrecht spelen bijvoorbeeld kwesties rond ruimtelijke ordening – zoals het behoud van historisch erfgoed, verkeersveiligheid of aantasting van het uitzicht een grote rol. Binnen het civiele recht staan werknemersbelangen (denk aan vakbonden) en privacygeschillen juist vaak centraal.
Tot slot wordt vaak geclaimd dat het aantal ‘strategische rechtszaken’ tegen de overheid en/of bedrijven toeneemt. Een eerste analyse van de data laat echter een genuanceerder beeld zien. Vergelijken we het aantal zaken per jaar in de database met het totaal aantal gepubliceerde uitspraken op rechtspraak.nl, dan is er relatief gezien geen duidelijke stijging zichtbaar. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat niet alle zaken worden gepubliceerd – dat vergt dus nog verder onderzoek. Ook als er al sprake zou zijn van een lichte toename, kan in elk geval niet worden gesproken van een ‘overspoeling van de rechtbanken’.
Van data naar duiding
De eerste resultaten van het onderzoeksproject nodigen uit om verder te kijken. Tijdens een workshop waarin onderzoekers hun eerste bevindingen deelden, bleek dat er uiteenlopende definities van het concept ‘strategisch procederen’ worden gehanteerd. Die terminologische en conceptuele vaagheid bemoeilijkt empirisch onderzoek: welke zaken tel je wel of niet mee? Daarnaast gaat het niet alleen om de vraag wanneer een zaak strategisch is, maar ook om wat ‘impact’ precies betekent. Is een procedure pas effectief als de vorderingen door de rechter worden toegewezen? Of juist als ze leiden tot politieke aanpassing van beleid, tot landelijke of internationale publiciteit of tot het veiligstellen van lokale belangen?
Door verder te kijken dan de krantenkoppen ontstaat een rijker en realistischer beeld van strategisch procederen. Het onderzoeksproject laat tot nu toe zien dat het fenomeen van strategisch procederende belangenorganisaties diverser en genuanceerder is dan vaak lijkt te worden aangenomen. Daarmee vormt het een stevige basis voor een toekomstig debat over de rol van de rechter en de ruimte voor maatschappelijke organisaties.
Deze blog bespreekt de eerste resultaten van het Kiem-project van universitair docent Staats- en Bestuursrecht Rowie Stolk, hoogleraar Public Governance and Civil Society Celesta Braun en student-assistent Sjoukje Kraak
0 Comments
Add a comment