leidenlawblog

EU wint van Zuid-Korea in handels-dispuut over arbeidsrecht: hoe nu verder?

EU wint van Zuid-Korea in handels-dispuut over arbeidsrecht: hoe nu verder?

Een arbitrage-panel heeft op 25 januari 2021 een uitspraak gedaan in een kwestie die de EU en handelspartner Zuid-Korea al lang verdeeld houdt.

Op basis van het vrijhandelsverdrag dat de EU en Zuid-Korea in 2009 hebben gesloten moet Korea zijn arbeidsrecht verbeteren, bijvoorbeeld op het gebied van de vakbondsvrijheid. Omdat Korea en de EU elkaar na lange jaren van overleg niet konden vinden in een vergelijk hierover, werd de zaak door de EU aan een onafhankelijk panel van deskundigen voorgelegd. Het is de eerste keer in de geschiedenis dat de EU een dergelijke stap heeft ondernomen. Het panel heeft onlangs geoordeeld dat Korea inderdaad grotendeels “fout” zit. Het is nu weer aan de EU om te bepalen hoe verder te gaan. Kunnen uiteindelijk bij onvoldoende aanpassingsgedrag van Zuid-Korea sancties volgen?

Het handelsverdrag van de EU met Korea was het eerste waarin de EU ook een hoofdstuk over arbeidsrechten (en milieu) heeft opgenomen. Sindsdien is dat vaste praktijk bij EU- handelsverdragen, waarvan er inmiddels bijna 40 zijn.

Waar gaat het om in dat hoofdstuk? Er wordt onder meer in verwezen naar de “Fundamental Principles and Rights at Work” die door de International Labour Organization (ILO) van de Verenigde Naties in 1998 zijn vastgesteld. Het gaat daarbij behalve om een verbod op kinderarbeid en op dwangarbeid, óók om de garantie voor vakbondsvrijheid en het recht om te onderhandelen over collectieve arbeidscontracten. En met name dat laatste is in Zuid-Korea problematisch.

Wat is het probleem in Korea?

Zuid-Korea heeft het ILO Verdrag 87 over vakbondsvrijheid en Verdrag 98 over collectief onderhandelen over cao’s niet geratificeerd. Alle 27 EU landen hebben dat wel gedaan. Het is vanwege het “level playing field” begrijpelijk dat de EU wenst dat haar handelspartners dezelfde basisnormen over arbeid in acht neemt als de EU zelf doet. De ILO kan haar lidstaten niet dwingen om haar verdragen te ratificeren, maar lidstaten kunnen in hun onderlinge handelsrelaties wel zulke eisen stellen.

Er zijn in de afgelopen 10 jaar verschillende keren door vakbonden klachten tegen Zuid-Korea ingediend bij de ILO Commissie voor vakbondsvrijheid. Een groot bedrijf als Samsung is daarbij ook aangeklaagd voor vakbondsvijandig gedrag, en de ILO heeft, na onderzoek van de klacht, daarop ook aan Zuid-Korea gevraagd daar iets aan te doen.

Er is dus wel een ‘issue’ in Zuid-Korea als het om vakbondsvrijheid gaat.

Er is ook niet niks gedaan met het klemmende verzoek van de EU om de genoemde ILO verdragen te ratificeren. Er liggen wetsvorstellen ter zake bij het Zuid-Koreaanse parlement.

Maar het gaat allemaal tergend langzaam. Het gesprek hierover tussen de EU en Zuid-Korea duurt inmiddels ruim 10 jaar.

Hoe nu verder?

Het arbitrage panel heeft Zuid-Korea niet verplicht om nu onmiddellijk de ILO verdragen te ratificeren en de nationale wetten daaraan aan te passen. Dat kan ook niet, want op grond van het handelsverdrag is de uitspraak van het panel niet juridisch bindend. Wel heeft het panel gezegd dat de EU er terecht om vraagt, en dat de toepassing van nationale wetten op dit punt tekortschiet, maar de tekst van het betreffende hoofdstuk in het handelsverdrag wordt wat ratificatie betreft niet als zodanig dwingend geïnterpreteerd. Wat je nu minst genomen kunt verwachten is dat de EU de dialoog met Zuid-Korea hierover met kracht zal voortzetten en de druk zal opvoeren. En dat Zuid-Korea hier aantoonbaar stappen zal moeten zetten.

Kan de EU nog verder gaan? Op dit onderwerp zijn ingevolge het handelsverdrag geen ‘harde’ handelssancties mogelijk.

Wel zal het EU te denken geven voor de toekomst. Er staat een handelsverdrag met China op stapel en met nog meer landen. Het hoofdstuk over ‘arbeid’ in die komende handelsverdragen zal nog eens nauwkeurig onder het vergrootglas moeten worden gelegd.

Interessant zal zijn te zien hoe hier met de fundamentele ILO-verdragen zal worden omgegaan. China heeft de ILO-verdragen over vakbondsvrijheid ook niet geratificeerd.

Ook kan het leerzaam zijn naar de Verenigde Staten te kijken. Daar is vorig jaar een nieuw handelsverdrag met Mexico en Canada gesloten, het USMCA-handelsverdrag, ook wel NAFTA 2.0 genoemd, omdat het een vervolg is op dat handelsverdrag tussen de drie landen uit de jaren ’90. In het USMCA-handelsverdrag worden ook eisen gesteld met betrekking tot vakbondsvrijheid en arbeidsrecht. Dat ging zover dat Mexico voorafgaand aan de ondertekening en inwerkingtreding van USMCA het nationale arbeidsrecht drastisch moest hervormen. Mexico heeft dat ook gedaan. Ook bevat het verdrag een nieuw handhavingsmechanisme als het om vakbondsvrijheid gaat, het ‘Rapid Response Labor Mechanism’. Een onafhankelijk arbitragepanel kan, als verdragspartijen het niet eens worden over een dispuut op dit punt, naar de betreffende arbeidslocatie gaan om terplekke de zaak te onderzoeken en een oordeel te geven, en dat moet ook in een kort tijdbestek gebeuren.

Het mechanisme is nog niet gebruikt, nu het handelsverdrag pas in juli 2020 in werking is getreden, maar de AFL-CIO, de grootste vakbond van de USA, heeft al wel aangekondigd er gebruik van te zullen maken. Doorgaans zijn de Verenigde Staten harder in hun handelsverdragen dan de EU als het om beïnvloeding van gedrag en sancties gaat. Een goede leerschool voor de EU.

0 Comments

Add a comment